Shell en NAM hebben als sponsors grote invloed op inhoud musea

Met relatief kleine bedragen oefenen Shell en NAM veel inhoudelijke invloed uit op tentoonstellingen van het Nederlands Openluchtmuseum, Rijksmuseum Boerhaave en het Drents Museum. Op die manier schrijven de fossiele bedrijven zichzelf in onze nationale geschiedenis. Dat concluderen historici Gertjan Plets (Universiteit Utrecht) en Marin Kuijt (Universiteit Leiden) in een publicatie die vandaag is gepubliceerd.

In exposities, catalogi en educatie voor kinderen presenteren het Nederlands Openluchtmuseum, Rijksmuseum Boerhaave en het Drents Museum hun fossiele sponsors en de fossiele sector als nationale trots. “De milieu-impact wordt uit het zicht gehouden door vooral de aandacht te vestigen op de voordelen van olie en gas voor het ontstaan en de bloei van de Nederlandse welvaartsstaat en de landbouwindustrie,” schrijven Plets en Kuijt in BNGM – Low Countries Historical Reviews, het internationaal gerenommeerde wetenschappelijk tijdschrift voor de geschiedschrijving van Nederland en België. 

Meer dan reclame

“Shell en NAM schetsen een beeld van zichzelf in de musea dat zo positief mogelijk is’, zegt Marin Kuijt in een video bij het artikel. “Dit is meer dan reclame of pr. Je ziet dat ze de bezoeker proberen te overtuigen van hun rol en het belang van fossiele brandstof in het verleden, het heden en de toekomst van Nederland. Ze schrijven zich in de Nederlandse geschiedenis.”

Selectieve geschiedschrijving

“Het is selectieve geschiedschrijving die centraal staat”, aldus dr. Gertjan Plets. De auteurs benadrukken dat bezoekers van de musea, onder wie veel kinderen, verwachten ‘objectieve en waardevrije informatie’ te krijgen. In plaats daarvan zien ze dat de musea met hun verhalen aansluiten bij het ‘energy literacy’-narratief van de Topsector Energie (een samenwerkingsverband van de overheid en de Nederlandse energie- en gassector). Het idee van deze publiek-private strategie uit 2011 was om het imago van gas te verbeteren in een tijd waarin de kritiek op gas groeide vanwege de aardbevingen in Groningen en klimaatverandering.

Belastingbetaler

Curatoren van de musea zijn in principe onafhankelijk, maar in de praktijk blijkt dat lastig. Zelfs als de sponsor niet expliciet invloed vraagt, zal de ontvanger geneigd zijn hem naar de mond te praten, signaleren Plets en Kuijt. Dit omdat vertegenwoordigers van de sponsoren zitting hebben raden van toezicht, maar ook omdat een langdurige sponsorrelatie belangrijk is voor musea in Nederland. De overheid eist dat musea minimaal 17,5% van de kosten bij private partijen ophalen om voor subsidie in aanmerking te komen. Zo krijgen Shell en NAM voor een minimale investering een maximale exposure. Omdat de overheid via subsidie de overige kosten dekt, betaalt de belastingbetaler het grootste gedeelte van de PR en marketing voor de fossiele industrie, concluderen de historici. 

Naar de mond praten

“De bevindingen zijn opmerkelijk”, zegt Femke Sleegers van Reclame Fossielvrij. “Toen wij Rijksmuseum Boerhaave vroegen naar de propaganda van Shell met onder andere de video van Marjan van Loon in de permanente expositie, bezworen ze dat hun hoofdsponsor Shell geen invloed had op de expositie. Dit waardevolle onderzoek laat zien dat het wel zo is: ze praten Shell en NAM naar de mond. Daarmee beïnvloeden ze het beeld dat volwassenen en kinderen hebben van deze bedrijven en de fossiele industrie.”

“Door fossiele brandstofbedrijven toe te staan hun imago te artwashen, maken culturele instellingen een klimaatramp mogelijk”, aldus Teresa Borasino van Fossil Free Culture NL.

Reclame Fossielvrij strijdt voor een wettelijk verbod op fossiele reclame, net als voor tabak. Dat verbod zou dan ook gelden voor sponsoring van culturele instellingen, sport en lesmateriaal.

Fossil Free Culture NL is een collectief van kunstenaars en activisten dat zich inzet om sponsoring van fossiele brandstoffen uit te bannen uit de culturele sector in Nederland. Naar aanleiding van hun campagnes hebben het Van Gogh Museum en het Concertgebouw hun sponsorovereenkomst met Shell in respectievelijk 2018 en 2020 beëindigd.

Voorbeelden uit de publicatie uitgelicht 

Nederlands Openluchtmuseum kreeg een Ja-knikker kado van NAM
In 2014 doneerde NAM een ja-knikker plus € 80.000 aan het Nederlands Openluchtmuseum. De bijbehorende expositie – met ook educatie voor kinderen – roemt de rol van gas in de Nederlandse voedingsindustrie (‘planten nemen CO2 op’), aangenaam wonen en onze welvaart. De gasbevingen in Groningen worden pas als laatste genoemd, als keerzijde. Door deze opbouw van de tekst “wordt de beschadiging van eigendom en cultureel erfgoed als een noodzakelijk kwaad gepresenteerd voor een welvaartsstaat en een modern land.”

Rijksmuseum Boerhaave presenteert sponsor Shell als brenger van nationale vooruitgang

In de periode 2011-2012 ging het financieel niet goed met Rijksmuseum Boerhaave. Shell schoot te hulp en dat was volgens de onderzoekers te zien in de expositie ‘Verborgen krachten, op zoek naar energie’. “In het verhaal van de tentoonstelling wordt het beeld bestendigd dat het zoeken naar energie en fossiele brandstoffen een intrinsiek onderdeel is van de Nederlandse nationale identiteit: ‘typisch Nederlands’.” De catalogus is een lofzang op fossiele brandstof en besluit met een opsomming van de nadelen van duurzame energie. Deze tentoonstelling viel samen met de groeiende kritiek op de gaswinning in Nederland.

In de huidige permanente expositie presenteert Rijksmuseum Boerhaave Shell als motor van innovatie en wetenschap. “Misschien wel de meest opmerkelijke toevoeging van Shell is een video met in de hoofdrol directeur Marjan van Loon. Deze korte video is onderdeel van een grotere video-installatie waarin vijf Nederlandse wetenschappers reflecteren op hedendaagse ontwikkelingen in het ‘nationale’ wetenschappelijke establishment. In de installatie is Van Loon te zien tussen beroemde hoogleraren, onder wie twee Nobelprijswinnaars. De opname van Van Loon en haar gezelschap plaatst haar niet alleen met succes in de bredere geschiedenis van de (Nederlandse) wetenschap, maar verleent Shell tegelijkertijd autoriteit en legitimiteit.”

Drents museum wil geen verlengstuk zijn van NAM (maar zijn het toch)

De curatoren van het Drents museum hebben in 2017 het meeste weerwoord geboden aan hun langdurige sponsor NAM. Maar zelfs dan blijkt de invloed van NAM op de inhoud. Want de tentoonstelling “verbindt NAM met het milieu en roemt het bedrijf als een belangrijke speler in het debat over hernieuwbare energie.” 

In eerdere exposities van het Drents museum stond het olie- en gas-narratief nog voorop en leerden kinderen bijvoorbeeld dat speelgoed gemaakt wordt van olie. Zo benadrukte het museum de afhankelijkheid van olie en gas (‘energy literacy’).

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.