Dat we van fossiel af moeten weten we ondertussen wel, maar wat gaan politieke partijen daaraan doen? Voor de verkiezingen van november 2023 maakten wij de ‘Fossiel Uitfaseren’ – kieswijzer. In dit bericht leggen we uit hoe we tot onze scores kwamen.
Bij het beoordelen van de partijprogramma’s hebben we verschillende factoren in acht genomen. We hebben onderscheid gemaakt tussen de volgende categorieën:
- Groen: partijen die deze klimaatmaatregel duidelijk in hun partijprogramma hebben opgenomen;
- Geel: partijen die gematigd of ambigu zijn over de klimaatmaatregel;
- Grijs: partijen die niets over een bepaald onderwerp in hun programma hebben opgenomen;
- Rood: partijen die tegen zijn.
Bij het inspecteren van de verkiezingsprogramma’s viel het ons op dat klimaat bijna overal een terugkerend thema is. Tegelijkertijd zijn er veel partijen die een duurzame en groene toekomst vooropstellen, maar hierbij weinig details verschaffen en/of niet altijd deze groene lijn doorzetten in de verdere hoofdstukken over bijvoorbeeld vervoer, energie of industrie. Per stelling hebben we daarom een partij uitgelicht die in onze optiek het meest ambitieus of vooruitstrevend is, herkenbaar in het schema aan het #1 symbool.
Verder hebben we er voor gekozen om hokjes geel te maken als stellingen op verschillende manieren te interpreteren zijn, er detail ontbreekt of er wel een stap in de goede richting is maar nog niet voldoende. De grijsgekleurde hokjes horen bij stellingen waar een partij zich niet over heeft uitgesproken. De rode hokjes wijzen op een maatregel die een negatieve invloed zal hebben op het klimaat – vooral de VVD en de BBB blinken hierin uit. Het viel ons op dat de vooruitstrevendste partijen op het gebied van klimaat, GL/PvdA, PvdD en BIJ1 waren. Deze partijen hebben zichtbaar het meest groen in het schema. Tevens deed de ChristenUnie het als centrumpartij zeer goed.
Hieronder zullen we enkele stellingen uitlichten waar veel verschillen voorkwamen en benoemen welke partijen zich het meest inzetten voor duurzaam beleid.
Verbod op fossiele reclame
Meerdere partijen hebben zich expliciet uitgelaten over een verbod op fossiele reclame in Nederland (hoera!), maar de PvdD voegt hier nog eens aan toe dat er een waarschuwing moet komen “op verkooppunten van fossiele brandstof, vliegreizen, cruisereizen en voertuigen met een fossiele brandstofmotor” (p. 12) om consumenten nog meer bewust te maken van de impact van de producten die zij kopen. Dit draagt bij aan de de-normalisatie van fossiele producten, wat belangrijk is om in de samenleving een kantelpunt te bereiken, en creëert draagvlak voor de maatregelen die nodig zijn om fossiel uit te faseren.
Pensioenbeleggingen
Over het investeringsgedrag van pensioenfondsen laten de meeste partijen in onze selectie zich niet uit. Opvallend is de ambitieuze positie van de CU, die wil dat pensioenfondsen meer gaan beleggen in Nederlandse bedrijven, en dat “banken, verzekeraars en pensioenfondsen, [verplicht worden] hun beleggingsportfolio door te rekenen op klimaatimpact en gevoeligheid voor klimaatverandering” (p. 70). PvdD wil dat pensioenfondsen zich “zo snel mogelijk, maar uiterlijk in 2025, volledig terugtrekken uit de fossiele industrie, de vee-industrie, de wapenindustrie en de fastfoodindustrie” (p. 62). Soortgelijke regels zullen wat ons betreft nodig zijn om klimaatdoelen te halen, vandaar onze keuze voor PvdD als uitblinker bij deze stelling. D66 neemt een zachtere aanpak, namelijk om bedrijven aan te moedigen om “mee te investeren” in “onderzoek en innovatie te besteden, bijvoorbeeld met betrekking tot het klimaat” (p. 35), zonder dit verplicht te stellen. VVD is de enige rode partij bij deze stelling. “Pensioenfondsen moeten een hoger pensioen creëren en zich onthouden van politiek activisme” (p. 44), aldus VVD.
Gratis en toegankelijk openbaar vervoer
Waarom PvdD op geel? Dat zullen veel mensen zich afvragen als ze deze stelling zien. We hebben met dezelfde strenge bril naar ook de groene partijen gekeken. Deze stelling gaat strikt genomen over gratis en toegankelijk openbaar vervoer. In de plannen van PvdD wordt er bijzonder veel aandacht besteed aan de toegang van het OV (p. 26). Dit zijn plannen die wij toejuichen, maar helaas wordt alleen een reductie van 50% beargumenteerd. BIJ1 doet dit bijvoorbeeld anders en beschrijft zeer bondig dat het OV gratis en toegankelijk moet worden (p. 16). VOLT heeft het alleen over een betere spreiding van OV-verkeer over de week en het subsidiëren van een dalkorting. Vandaar dat we deze op geel hebben gezet (p. 53).
Scherpere regels voor grote vervuilers
BIJ1 (p.14) en SP (p. 15) richten zich beiden tot vergroening van grote vervuilers, wat mooie maatregelen zijn, maar wat ons betreft niet scherp genoeg. Zij benoemen voornamelijk de portemonnee en zeggenschap van de burgers op het moment dat er belastingvoordelen naar grote bedrijven gaan. PvdD (p. 25) en GL/PvdA (p. 26) richten zich met name op de gezondheid van burgers en natuur wat betreft de vergunningen die aan deze bedrijven worden verstrekt en willen dat er strenger gehandhaafd wordt op dit gebied. De financiële gevolgen voor de burger en industrie worden bij deze laatste twee partijen op nummer twee geplaatst en het klimaat op nummer één. Daartegenover staan de VVD (p. 39) en BBB die juist de industrie willen stimuleren en behouden, maar wel verduurzamen. VOLT en CDA hangen daartussenin met iets wat zij “maakindustrie” (p. 38) en “groene industrie politiek” (p. 33) noemen. Dit komt neer op het afschalen van fossiele belastingvoordelen en Nederland als internationaal voorloper van een duurzaam bedrijfsleven of in het geval van VOLT om in Europees verband vervuilende industrie naar locaties te verplaatsen waar het groen geproduceerd kan worden.
Heb je nog vragen of vind je dat we iets verkeerd hebben geïnterpreteerd? Laat het ons weten, bijvoorbeeld onder onze Instagram-post!